Ouderlijk gezag

Een minderjarig kind staat altijd onder gezag van een of meer volwassenen. Deze volwassenen hebben het recht en de plicht om het kind op te voeden en te verzorgen. Meestal hebben de ouders het gezag over hun kinderen. Dat heet ouderlijk gezag. Wanneer zij dat gezag samen hebben heet dat gezamenlijk gezag. Ouders kunnen gezamenlijk gezag hebben tijdens een huwelijk, geregistreerd partnerschap of na een (echt)scheiding. Ook ongehuwde ouders en een ouder samen met zijn/haar partner kunnen gezamenlijk gezag hebben over een kind. Mensen die samen of alleen een kind adopteren krijgen ook het ouderlijk gezag over een kind.
Voogdij is gezag dat wordt uitgeoefend door een voogd. Dat is altijd iemand anders dan de ouders, bijvoorbeeld een familielid, een vriend of het Bureau Jeugdzorg.

Kinderopvangtoeslag

Wanneer u werkt en opvang heeft voor uw kind kunt u in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. U kunt een kinderopvangtoeslag krijgen voor de kosten van noodzakelijke kinderopvang als voor u en uw eventuele partner een (of meer) van de volgende situaties van toepassing is:

  • u werkt in loondienst;
  • u werkt als zelfstandige of u werkt onbetaald mee in het bedrijf van uw partner;
  • u ontvangt een van de volgende uitkeringen: bijstand, IOAW, IOAZ, Anw, WW, WIA, WAO, Waz of Wajong én u volgt een re-integratietraject;
  • u ontvangt een Wwik-uitkering en maakt daarbij gebruik van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling;
  • u hebt geen recht op een uitkering, staat als werkzoekende ingeschreven bij het CWI en volgt een re-integratietraject;
  • u volgt een door de gemeente aangeboden inburgeringscursus;
  • u bent jonger dan 18 jaar, ontvangt een bijstandsuitkering (of kan deze ontvangen) en u volgt een opleiding;
  • u bent 18 jaar of ouder en volgt een opleiding of studie waarvoor u recht hebt op een tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten of studiefinanciering.

Jeugdzorg

Jeugdzorg is ondersteuning van en hulp aan kinderen en jongeren, ouders of verzorgers. Het richt zich op minderjarige jongeren die in problemen zijn geraakt, maar kan zich uitstrekken tot de jongere 23 jaar oud is. Als ouders en kinderen zelf geen mogelijkheden zien om de problemen op te lossen, ook niet met hulp uit de directe omgeving (school, jeugdgezondheidszorg, maatschappelijk werk, enzovoort) komt Bureau Jeugdzorg in beeld.

Bureau Jeugdzorg is het centrale aanspreekpunt voor (ouders of verzorgers van) jeugdigen met problemen. Het bureau onderzoekt de problemen, geeft informatie en advies en kan zonodig doorverwijzen naar andere hulpverleners.
In de meeste gevallen is jeugdzorg vrijwillig: de ouders en/of het kind vragen zelf om hulp. Dit betekent ook dat de ouders of verzorgers het ouderlijk gezag over het kind houden. Onvrijwillige jeugdzorg, zoals jeugdbescherming of plaatsing in een justitiële jeugdinrichting, loopt echter ook via Bureau jeugdzorg.

Alimentatie

Na een scheiding spreekt u onderling af hoe hoog de alimentatie is en hoe lang die duurt. Deze afspraken kunt u het beste schriftelijk vastleggen in een echtscheidingsconvenant Dat gebeurt meestal met de hulp van een notaris of advocaat. Hierdoor bent u namelijk beiden wettelijk verplicht de gemaakte afspraken na te komen.

Ex-partners die het niet eens worden over de alimentatie kunnen de rechter vragen de alimentatieregeling vast te stellen. Een van u moet hiervoor via een advocaat een verzoek indienen bij de rechtbank De griffier van de rechtbank stuurt een kopie van dit verzoek naar degene die de alimentatie moet gaan betalen, de ex-partner. Is de ex-partner het niet eens met het verzoek? Dan moet hij of zij dit binnen vier weken laten weten aan zowel de rechtbank als aan uw advocaat. Die reactie noemt men een verweerschrift en moet opgesteld en ingediend worden door een advocaat.
Er is geen rechtszitting nodig als uw ex-partner geen verweerschrift indient. De rechter beslist dan op basis van het door u ingediende verzoek. Is er wel een verweerschrift, dan volgt een rechtszitting. Tijdens de zitting kan de ex-partner aangeven waarom hij de alimentatie niet kan of wil betalen. De rechter hoort beide partijen, dus ook degene die de alimentatie heeft aangevraagd. Tijdens de zitting mag u zelf het woord voeren, een advocaat is dus niet noodzakelijk.
Na de zitting neemt de rechter een beslissing. Die beslissing wordt schriftelijk vastgelegd in een beschikking. Deze beschikking krijgt u via uw advocaat thuisgestuurd.
Bent u het niet eens met de beslissing, dan kunt u in hoger beroep gaan bij het gerechtshof Dit moet u doen binnen drie maanden na de uitspraak, met de hulp van een advocaat.